Knuffelen
Ik las onlangs het blog Een beetje meer verbinding graag van Eva Bronsveld. Het blog is een warm en helder pleidooi voor een liefdevolle opvoeding. Isoleer je kind niet als het lastig is, maar geef het juist meer aandacht, zegt Bronsveld. Kinderen die negatief gedrag vertonen, doen dat niet omdat ze vervelend willen zijn, maar omdat ze op dat moment gewoon even niet weten hoe ze anders met hun emoties om moeten gaan, Het is geen onwil, maar onmacht. Je kind wil eigenlijk het allerliefste dat iemand hem knuffelt of even de tijd neemt om naar hem te luisteren, maar kan dat niet duidelijk maken. Als je je kind juist op zulke momenten laat voelen dat je er voor hem bent, help je hem. En dat versterkt je onderlinge band met elkaar, aldus de auteur.
Het tegenovergestelde van een time-out dus, die jarenlang door opvoedkundigen is gepredikt als hét effectieve opvoedmiddel. Recent verscheen in Time een artikel, getiteld ‘Time-outs Are Hurting Your Child’. Auteur Daniel J. Siegel, professor of psychiatry en co-auteur van het boek No-drama Discipline, stelt dat onderzoeken aantonen dat een time-out – afzondering – een vergelijkbare reactie in de hersenen van kinderen veroorzaakt als een fysieke afstraffing. Ook zegt hij dat wangedrag van een kind simpelweg het onvermogen is om met emotionele druk om te gaan. En al vatten ouders het lang niet altijd zo op, het is vaak een schreeuw om hulp, een roep om connectie. Geef je juist dan een time-out, dan wijs je je kind af op het moment dat hij je het hardst nodig heeft. In feite zeg je: je voelt je ellendig? Zoek het zelf maar uit. Vooral jonge kinderen ervaren dat als afwijzing. En dat terwijl het een natuurlijke behoefte is van kinderen (en volwassenen!) om in tijd van emotionele stress liefdevolle mensen om zich heen te hebben.
Op de lange duur is een time-out bovendien niet effectief, zegt Siegel. Een kind leert alleen in verbinding en contact met de ouder vaardigheden als inzicht, empathie en probleemoplossend vermogen – niet in isolatie. Het betere alternatief is een time-in: een moment samen om te praten en te kalmeren. Dan leer je je kind gaandeweg zelfreflectie en zal het later beter in staat zijn om dat ook zelfstandig te doen.
Ik ben pedagoog noch professor. Wel ervaringsdeskundige. Moeder dus, van twee kinderen die inmiddels 12 en 15 jaar zijn. In de afgelopen vijftien jaar ouderschap heb ik ongetwijfeld de ene pedagogische blunder na de andere begaan. Maar wat ik in die vijftien jaar vooral heb geleerd, is dit: een kind heeft z’n ouders op alle fronten nodig om te leren hoe het leven werkt. Voor opvoeders zijn liefde en geduld onmisbare eigenschappen. Voorbeeldje. Toen een van mijn zoons – een gevoelig kind – vijf jaar was, raakte hij regelmatig volledig in paniek als er een Lego-toren omviel of er iets anders mislukte. Tot aan krijsen en hoofdbonken toe. Ik gaf hem dan een time-out in z’n kamer om hem te laten kalmeren, maar was ondertussen zelf aan de andere kant van de deur in tranen omdat ik gewoon niet wist hoe ik hem kon bereiken.
Totdat een pedagoge me het advies gaf om hem juist bij me te nemen, hem te laten voelen dat ik er voor hem was. Het had effect. Niet direct, maar wel op den duur. In de loop van de jaren kreeg hij zelf ook steeds meer inzicht in z’n reacties en hoe hij die kon reguleren. Voor mij was het het begin van een leerzame reis door opvoedland. Met vallen en opstaan leerde dat ik m’n kinderen vooral moet laten merken dat ik van ze hou, dat ze mogen zijn zoals ze zijn in al hun leermomenten en dat we vooral veel knuffelen. Ook (juist?) als we ‘ruzie’ hebben. Het is eigenlijk zo logisch. Wie wil er nu afgewezen worden als hij zich niet fijn voelt? Niemand, ook volwassenen niet.
Nu zijn ze tieners. Een nieuwe fase, met nieuwe uitdagingen. Ik leer weer bij! En wat blijkt? Ze hebben nog net zo hard als toen behoefte aan verbinding. Misschien nog wel meer, want hersenen van opgroeiende tieners zijn volop in ontwikkeling en nog lang niet rijp. Tieners lijken groot, maar doen nog klein. Het lastige is dat hoe ouder ze worden, hoe meer ze op mini-volwassenen gaan lijken. Ze groeien boven je uit en praten mee alsof ze de wereld zelf ontdekt hebben. Maar het zijn geen volwassenen, het zijn nog steeds kinderen. Ze vragen gewoon om je leiding en om kaders, maar de manier waarop ze dat doen moet je wel leren herkennen. Als mijn vijftienjarige een brutale mond heeft, schreeuwend de deur dichtslaat en scheldend naar boven stampt, kan ik denken: wat een rotjoch, zie je wel, hij wil niet, ik kan niks met hem. Maar ik weet dat hij eigenlijk zegt: help me mama, ik weet het even niet meer!
Begrijp me goed, ik pas die kennis niet altijd feilloos toe. Ook ik trap nog regelmatig in de valkuil dat ik m’n kinderen eens even flink lik op stuk wil geven als ze zich niet sociaal gedragen. Maar als het me lukt om me te beheersen, ze een knuffel te geven en er liefdevol rustig over te praten (‘wat is er nou écht aan de hand?’), is het resultaat vele malen beter en beklijft de boodschap ‘ik hou van je en ik ben er voor je, no matter what’. En dan kun je als ouder evengoed heel duidelijk aangeven welke grenzen er zijn.
Laatst was ik zélf niet helemaal in m’n hum. “Zullen we eerst maar even knuffelen, mam?” vroeg m’n jongste.
I rest my case.
Dank, Anne-Marie!
Een verhaal naar mijn hart :-). Ik ga hem binnenkort delen op mijn FB pagina!
Je schrijft: voor opvoeders is liefde en geduld onmisbaar. Liefde sowieso en geduld ideaal gezien natuurlijk ook. Maar als je wat ongeduldig qua aard bent, sla je dan de plank mis als opvoeder? En hoe kun je daar dan een goede draai aan geven? Ik ben soms wat ongeduldig van aard, maar hou zielsveel van mijn twee meiden en ben hopelijk ook een hele lieve mama voor ze. In ieder geval doe ik alles wat in mijn vermogen ligt om dat te zijn, ook al maak ik fouten, zoals iedere ouder.
Hai Mylene,
Dank voor je reactie!
Als je goed leest in m’n blog zie je staan dat ik die plank zelf ook nog vaak genoeg missla 😉
Dus nee, mij zul je niet horen zeggen dat je een slechtere opvoeder bent als je minder geduldig bent. Juist als je je daar bewust van bent, kun je er aan blijven werken! Je ziet steeds beter waar je valkuilen liggen en kunt dan jezelf als het ware steeds sneller vooraf ‘in de kraag grijpen’. Fouten maken doe ik ook nog elke dag. Wie niet?! Maar als je bereid bent om kritisch naar je handelen te blijven kijken, is volgens mij al de helft gewonnen.
Ps. Als ik toch weer té ongeduldig ben geweest, praat ik daar over met mijn jongens. Ze mogen best weten dat ook ik fouten maak. Zo hou je de communicatie open en blijf je alert.
Hoop dat je hier iets mee kunt!
Hoi Belinda,
Ja klopt, dat heb ik gelezen en ik ben ook altijd heel blij met die eerlijkheid, voel ik me niet zo alleen:-). Nee, ik vind mezelf daarom ook geen slechte opvoeder, en ik kan ook heel geduldig zijn, maar dus ook heel ongeduldig. Ik voelde me ook niet aangevallen, maar wilde er toch even op ingaan.
Als ik onredelijk ben geweest zeg ik sorry, leren zij tenslotte ook weer van. Maar hoe vaak ik denk: vanaf nu doe ik het echt anders, ga ik gewoon tot 10 tellen of me meer in haar verplaatsen. Het is mijn valkuil en ben me daar inderdaad van bewust. Fijn om te lezen dat ik dus best wel normaal ben!
Bedankt! Duidelijke taal :-))
Mooi!!